In het onderzoek hebben ze honden vergeleken met mensen op wat we karakter noemen. Dat hebben ze gedaan door te onderzoeken of er een zekere consequentie en stabiliteit is in de persoonlijkheid in verschillende situaties. Honden zijn, net als mensen, onderworpen aan een psychologische test. Daarbij werden de volgende zaken gemeten:
- interne consistentie; hiermee wordt bedoeld dat er een stabiel element in gedrag is dat altijd aanwezig is.
- consensus; hiermee wordt bedoeld dat in de hond sprake is van een bepaald evenwicht in het gedrag tussen voelen, denken en doen
- correspondence; hiermee wordt bedoeld dat de hond ook reageert op een manier die bij hem/haar past en dat dit zichtbaar is in het gedrag.
Belangrijk is, vanuit een evolutionair perspectief, dat er sprake is van wat biologen noemen continuiteit. Wanneer je alle levende wezens met elkaar in relatie brengt via de evolutietheorie, dan kun je zien dat eigenschappen, op verschillende manieren weliswaar, in de biologie altijd 'hergebruikt' worden. Het feit dat honden een persoonlijkheid hebben betekent voor biologen dat de evolutie dus niets weggooit, maar voortbouwt op wat er al is.
Bovendien zeggen de onderzoekers dat we door o.a. deze resultaten anders naar dieren moeten gaan kijken. Persoonlijkheid hebben is een belangrijk kenmerk van zoogdieren.
Zelf verder lezen: http://www.psych.umn.edu/courses/spring05/mcguem/psy8935/readings/gosling2003.pdf
Geen opmerkingen:
Een reactie posten